Het is geen geheim dat de sociale huisvesting in Brussel te lijden heeft: te weinig beschikbare woningen, lange wachtlijsten, vervallen gebouwen, overbewoning van sommige woningen en leegstand van andere... Op een moment dat drastische bezuinigingen worden aangekondigd om de financiën van het Gewest te saneren, maken wij, een groep verenigingen die opkomen voor de toegang tot betaalbare woongelegenheid voor iedereen, ons zorgen over het lot van de sociale huisvesting. Als enige echte garantie voor toegang tot huisvesting voor iedereen, vragen we dat de sociale huisvesting niet aan haar lot wordt overgelaten, maar gefinancierd wordt in overeenstemming met de immense behoefte aan fatsoenlijke, betaalbare woningen waarmee de Brusselaars worden geconfronteerd.

"Ga alstublieft eens naar mevrouw's flat. En kijk zelf. Kijk hoe de flat eruit ziet. Elke keer als mevrouw belt naar de technische dienst, komen ze: 'Mevrouw, u ventileert niet goed'.” Meriyem, van de Union des Locataires Sociaux/Unie van sociale huurders, begeleidt regionale parlementsleden tijdens een bezoek aan woningen van de sociale huisvestingsmaatschappij Molenbeekse Woningen. Veel huurders in deze sociale woningen leven in vervallen, ongezonde omstandigheden die niet zijn aangepast aan de grootte van hun huishouden. Beschimmelde muren, defecte verwarming, defecte liften... De problemen zijn talrijk en de klachten worden zelden gehoord. In plaats daarvan krijgen de huurders vaak de schuld.

Molenbeekse Woningen is een van de eerste en grootste Openbare Vastgoed Maatschappijen (OVM) in het Brussels Gewest. Een van de terugkerende problemen is de grootte van de woonst: 78% van de portefeuille bestaat uit één- of tweekamerwoningen en in Molenbeek zijn grote gezinnen oververtegenwoordigd in vergelijking met het regionale gemiddelde. De gevolgen van overbewoning worden nog verergerd: gezondheidsproblemen door vocht, verslechtering van de mentale gezondheid of moeilijkheden op school door overbevolking, enz. Het geval van Molenbeekse Woningen staat helaas niet op zichzelf: de sociale woningvoorraad in Brussel is aan het verouderen en de renovatie ervan is een centrale zorg geworden, niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de overheid.

 

 

 

Tijdens de vorige legislatuur werden grote renovatieprojecten voor sociale woningen opgestart en afgerond: we verwelkomen deze inspanningen, maar willen erop wijzen dat dit nog maar het begin is. Terwijl 7% van de bestaande sociale woningen leegstaat als gevolg van een ingrijpende renovatie (of omdat ze deel uitmaken van een “toekomstig” project), worden er nog steeds veel zeer vervallen woningen bewoond.

 

 

 

personne en logement

Tot zover de bestaande sociale woningvoorraad. Wat de woningvoorraad in de pijplijn betreft, is er ook reden om alarm te slaan. In het Brussels Gewest zijn de cijfers ondertussen bekend: er staan bijna 54.000 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning, terwijl de sociale woongelegenheid slechts 6,78% van de woningen uitmaakt. Toch komt 50% van de bevolking hiervoor in aanmerking. Brussel ligt ver achter op andere Europese steden: Amsterdam heeft 42% sociale woongelegenheid, Parijs 25%, Kopenhagen 20%, enz.

De gewestplannen van 2005 (Gewestelijk Huisvestingsplan) en 2013 (Alliantie Habitat) voorzien in de creatie van 8.000 openbare woningen (waaronder 6.400 sociale woningen) via verschillende mechanismen. Vóór juni 2019 waren er slechts 1.633 woningen opgeleverd. Sindsdien is het tempo echter versneld: tussen juni 2019 en april 2024 zijn nog eens 1.421 woningen opgeleverd, 873 woningen zijn in aanbouw en tussen 2024 en 2026 worden naar verwachting 619 “sleutelklare” woningen opgeleverd. We zijn echter nog ver verwijderd van de gestelde doelen. En de onderhandelingen binnen de toekomstige regionale meerderheid verlopen moeizaam: terwijl de versnelling van de projecten logischerwijs de kaspositie van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) heeft aangetast, is de toekenning van een lening van 300 miljoen euro in juni 2024 al het voorwerp geweest van langdurig getalm en politieke recuperatie. Zowel van de kant van de meerderheid als van de oppositie.

In een meer dan ongunstige begrotingscontext verdubbelen we onze inspanningen om te lobbyen voor grote investeringen in sociale woongelegenheid. Frédéric Dufour, directeur van Molenbeekse Woningen, verwoordt het heel duidelijk: “We hebben een heel oud bestand geërfd. [We zouden de komende tien jaar een totaal budget van 300 miljoen euro nodig hebben om al onze woningen te renoveren. Helaas hebben we tot nu toe slechts €70 miljoen gekregen [...]. Het is een kwestie van politieke wil en arbitrage. Voor het Gewest als geheel zal er 8 miljard nodig zijn om de sociale woningvoorraad te renoveren - als we de (zeer) hoge energieambities willen halen die zijn gesteld." Voor ons is het heel duidelijk: sociale woongelegenheid al dan niet renoveren is geen keuze. Onzuinigheid is nooit aanvaardbaar, en in sociale woongelegenheden is het nog schokkender. De publieke sector heeft de plicht om het goede voorbeeld te geven en zijn uiterste best te doen om zijn huurders fatsoenlijke leefomstandigheden te bieden.

Ook het creëren van sociale woongelegenheid mag niet worden tegengehouden. Op zijn minst moeten de middelen worden gegarandeerd, en indien nodig verhoogd, om de doelstellingen van de verschillende woonplannen te halen. We weten al dat met de geplande budgetten, die niet geïndexeerd zijn en geen rekening houden met stijgende grondprijzen, slechts 6.700 van de geplande 8.000 woningen kunnen worden gebouwd. Maar we vragen dat de huidige doelstellingen worden overschreden en dat het aandeel sociale woongelegenheid voldoet aan de behoeften van de tienduizenden mensen die er behoefte aan hebben.

Huisvesting is een essentiële en vitale basis voor elk individu; sociale woongelegenheid is daarom een vangnet in het algemeen belang, een collectief goed voor de lange termijn, gebaseerd op solidariteit. Het onttrekt woningen aan de marktlogica die huurders discrimineert en tegen elkaar opzet, en garandeert eerlijke huurprijzen op basis van inkomen. Sociale woongelegenheid biedt stabiliteit en helpt het aandeel van huisvesting in het budget van huishoudens te verminderen, zodat ze hun tijd en inkomen kunnen investeren in zaken die net zo essentieel zijn: goed eten, voor zichzelf zorgen, vrijetijdsactiviteiten hebben, toegang hebben tot vormingen en banen, betrokken zijn bij de gemeenschap, enz. Sociale woongelegenheid is ook een bolwerk tegen gentrificatie, omdat het bewoners een stevig houvast biedt in hun buurt ondanks de stijgende prijzen.

Sociale huisvesting kan niet worden overgelaten aan de privésector, die als hoofddoel heeft winst te maken. Niettemin moeten en kunnen particuliere projectontwikkelaars, die een aanzienlijke winst maken met de duizenden (steeds onbetaalbaardere) woningen die ze elk jaar bouwen, een bijdrage leveren, vooral door middel van planningsheffingen en het opleggen van quota's voor sociale woongelegenheid bij nieuwbouw. Publieke grond zou voor niets anders gebruikt mogen worden dan voor sociale (of op zijn minst publieke) woongelegenheid. De wooncrisis in Brussel is het resultaat van politieke keuzes en geen onvermijdelijkheid of een verstoring van het marktevenwicht, zoals men ons wil doen geloven. Het valt nog af te wachten of de nieuwe meerderheid in staat zal zijn om keuzes te maken die de meerderheid van de Brusselaars ten goede komen.

--

Ondertekenaars : Maison de quartier Bonnevie; La Rue asbl; La Fébul; Périféria; Rassemblement bruxellois pour le droit à l’habitat (RBDH); Union des locataires Marollienne (ULM); Union de Locataires d’Anderlecht-Cureghem (ULAC); Brussels Platform Armoede (BPA); Hart boven Hard Brussel Infirmiers de rue asbl; Centre de Rénovation Urbaine (CRU); Comité de la Samaritaine; Une Maison en Plus Inter-Environnement Bruxelles (IEB); Atelier de Recherche et d’Action Urbaines (ARAU); L’Ilot asbl; Communa; Wijkhuis Chambéry; BRAL; VZW Rizome-Bxl ASBL; SAAMO Brussel vzw; asbl DIOGENES vzw; La Fédération des Services Sociaux Union des Locataires de Schaerbeek (ULS); Fédération des maisons d’accueil et des services d’aide aux sans-abri (AMA); Réseau intersectoriel de prévention du sans-abrisme Bru4home (B4H); DoucheFLUX; Chez Nous Bij Ons asbl; Union des Locataires Quartier Nord (ULQN); asbl LHIVING vzw; Angela.d asbl; Buurtwinkel vzw

Huisvesting is een recht voor iedereen

Lees meer over onze lobbying binnen de vereniging.

Meer info