Algemene FAQ
Straatverplegers vzw is een sociaal-medische organisatie. Wij zijn er van overtuigd dat je voorgoed een einde kan maken aan dakloosheid in Brussel, Luik en andere plaatsen. Onze organisatie zet zich daar voor in door de dakloze mensen met de grootste gezondheidsrisico’s uit de straat te halen. Ook mobiliseren en motiveren wij andere organisaties en het brede publiek aan om samen duurzame oplossingen te vinden voor de problematiek van dakloosheid.
Om voor deze mensen in grote nood een vaste woning te vinden, doen wij het volgende:
- wij sensibiliseren hen voor het belang van een goede gezondheid, motiveren en begeleiden hen om aan hun hygiëne te werken en zichzelf te verzorgen
- wij krikken hun gevoel van eigenwaarde op, door aandacht te besteden aan hun kwaliteiten en talenten
- juist omdat het voor de patiënten belangrijk is dat zij zich door meerdere partners ondersteund weten, werken wij intensief samen met andere organisaties. Trouwens, het realiseren van duurzame huisvesting is niet iets wat je in je eentje kan doen.
Straatverplegers verzorgt ook vormingen voor beroepskrachten.
Wij hebben gemerkt dat daar nood aan bestaat in de sector, en dit delen van ervaring en expertise – op Belgisch en Europees niveau –biedt tegelijk een mogelijkheid om een ruimere impact te hebben op de samenleving.
Vertrouwen in de ander
Allereerst proberen wij een band te scheppen en vertrouwen te winnen. Wanneer de dakloze persoon ons enigszins vertrouwt, begeleiden we hem/haar verder bij het werken aan zijn hygiëne en gezondheid. Daar besteden wij ruim tijd aan, wij respecteren het levensritme van de persoon, maar wij geven niet op voor de mens op straat ons toelaat in zijn of haar wereld. Daar kunnen maanden over heen gaan.
Hygiëne en gezondheid
Goed in je vel zitten, de uitdrukking zegt het. Voel je jezelf gezond en netjes, kijk je ook op een heel andere manier naar jezelf. Wij stimuleren mensen om aan hun hygiëne en gezondheid te werken door een douche te gaan nemen, een arts te consulteren, of gewoon maar de handen te wassen … Elk stapje, hoe miniem ook, is belangrijk. Langzaamaan zal de patiënt weer zelfrespect en zelfvertrouwen opbouwen, en dat is absoluut noodzakelijk om zich weer een leven in een woning te kunnen voorstellen. Aan ons om de mensen hierbij te helpen.
Zelfrespect, zelfvertrouwen
Van in het begin proberen wij mensen (opnieuw) bewust te maken van hun mogelijkheden, hun talenten en hun kwaliteiten. We gaan mee in waar zij van genieten (muziek, natuurwandelingen, koken, …). Zo willen wij hun zelfbewustzijn en zin in het leven aanmoedigen.
Administratie
Identiteitskaart kwijt, geen adres meer, geen sociale rechten … Een leven administratief weer in orde maken vereist tijd en energie die de mensen niet meer hebben. Wij bieden administratieve en juridische ondersteuning.
Huisvesting
Herhuisvesting kan zeer snel gaan, maar kan ook jaren aanslepen; gemiddeld neemt zo iets anderhalf jaar in beslag. Maar ook dan blijven wij onze patiënten van nabij volgen, tot de mensen weer autonoom leven – en soms nadien ook nog. Een erkende vrijwilliger zal regelmatig bij hen op bezoek gaan, zomaar voor een praatje, of om een koffie te gaan drinken, een spelletje te schaken, of er eens op uit te trekken.
Wij kiezen er inderdaad voor om alleen met de meest kwetsbare mensen te werken.
Verschillende criteria spelen daarbij: de immobiliteit (men blijft gewoon de hele tijd op hetzelfde plekje in de straat), de leeftijd, het ‘zich laten gaan’, de geestelijke en lichamelijke gezondheidstoestand, de aanwezigheid van een netwerk, het geslacht. Ook het aantal jaren dat men al op straat leeft speelt een rol. Vroeger gingen wij uit van acht jaar straatleven; tegenwoordig van drie, aangezien de meest langdurige dakloze mensen inmiddels van de straat zijn.
Personen die wij niet kunnen opnemen in onze werking, worden niet vergeten. Wij noteren hun gegevens en informatie, zoeken andere organisaties die ondersteuning zouden kunnen bieden, en komen naar hen terug als er bij ons een plaats vrij komt. Ons werk maakt deel uit van een netwerk van Brusselse medische en sociale organisaties en instellingen.
Voor-opvolging
Dit is de fase waarin wij de mensen registreren die ons gesignaleerd worden door het netwerk of door particulieren. Een dakloos persoon komt in de ‘voor-begeleiding’ van onze straatteams, wanneer hij of zij op basis van objectieve criteria beschouwd wordt als bijzonder kwetsbaar.
Meer weten over de voor-opvolging
Opvolging op straat
De begeleiding is een intensieve hulpverlening, zij is de kern van ons werk. De opvolging neemt een aanvang op straat en gaat door tot de re-integratie van de persoon en zijn of haar herhuisvesting. Ook dan kunnen zij nog een beroep doen op regelmatige, maar gespreide ondersteuning door beroepskrachten en de vrijwilligers van Straatverplegers. Zo proberen wij een hervallen van de patiënt en een terugkeer naar de straat te voorkomen.
Meer weten over opvolging op straat
Opvolging aan huis
Wij doen meer dan alleen maar mensen van de straat naar een woning helpen. Eens zij geherhuisvest zijn, blijven wij ze nog een lange tijd volgen.
Meer weten over opvolging aan huis
Na-opvolging aan huis
Eens de mensen in hun nieuwe woonst gestabiliseerd zijn, komen we in de fase van de na-begeleiding, die we ‘My Way’ noemen. De bedoeling van deze fase is hun levenskwaliteit te verbeteren en de mensen verder zelfstandig te maken, zodat we na verloop van tijd de begeleiding kunnen stoppen.
Vertrouwen opbouwen tussen ons team en de patiënt
De gezondheids- en hygiënesituatie weer op peil brengen:
- zich verzorgen, zich inschrijven bij een medisch centrum, medicatie nemen, …
Zelfvertrouwen herwinnen, zichzelf weer leren waarderen
De administratieve situatie op orde brengen;
- het in orde brengen van administratie (identiteitskaart, sociale rechten, …) kan bijzonder veel tijd in beslag nemen en vereist soms de tussenkomst van een advocaat
Herhuisvesting.
- Deze stap hangt niet helemaal af van de patiënt. Eens de patiënt er aan toe is om weer ergens te gaan wonen en de noodzakelijke documenten in orde zijn, moet er ook nog een geschikte woning beschikbaar zijn. Het aantal dakloze mensen dat wij uit de straat kunnen helpen, hangt sterk samen met het aantal beschikbare woningen. In Brussel zowel als in Luik bestaat er een aanzienlijk tekort aan geschikte betaalbare woningen. In 2019 hebben we in Brussel zestien mensen kunnen herhuisvesten. Straatverplegers werkt overigens aan innoverende projecten om nieuwe types van huisvesting te vinden voor de meest kwetsbare dakloze personen.
Het leven in de woning.
- Wat wij doen gaat verder dan de eenvoudige begeleiding van mensen van de straat naar een vast adres. Wij blijven deze personen van nabij volgen, en dat gedurende lange tijd. Bovendien blijven wij campagnes voeren om het bewustzijn van de problematiek van dakloosheid te vergroten.
Wij streven naar een samenleving waarin er geen mensen meer zijn zonder een woning. Dakloosheid zou niet structureel mogen zijn, hoogstens een uitzonderlijke situatie, te wijten aan een noodgeval. Wij zijn er werkelijk van overtuigd dat dakloosheid niet onvermijdelijk is, noch voor de betrokken personen, noch voor de samenleving. Niemand slaapt op straat uit vrije wil. De gemiddelde levensduur is er 47 jaar, terwijl die voor de Belgische bevolking in het algemeen 80 jaar bedraagt. Wij zijn ervan overtuigd dat elke gemarginaliseerde persoon die op straat leeft, het recht en de mogelijkheid heeft om begeleid te worden, en vooral om een geschikte vaste woonst te hebben. Wij geloven dat elk individu over de waarden en de talenten beschikt om een eigen plek te vinden in de samenleving.
Netwerking is absoluut onmisbaar voor een efficiënte werking. Zeker voor de patiënt is dit essentieel: het is maar door zichzelf in te schakelen in een netwerk van verenigingen, mensen en hulpbronnen dat hij of zij zich zal ondersteund weten, minder geïsoleerd en beter in staat om uit zichzelf steun te vragen.
Ons netwerk omvat honderdtal verenigingen en instellingen. Elke organisatie die bezig is met bestaansonzekerheid heeft een eigen benadering en manier van werken. Patiënten worden soms tegelijk door verschillende organisaties gevolgd. Daarom is er dus nood aan voortdurende informatie-uitwisseling en overleg.
Elke organisatie heeft een andere doelstelling en behandelt andere problemen. Enkele voorbeelden:
- L’Ilôt begeleidt dakloze personen op de weg naar opvanghuizen
- SAMU Social heeft ook een nachtwerking en plekken voor noodopvang
- Wanneer er een woning vrijkomt, overleggen de verschillende organisaties over wie van hun cliënten prioriteit heeft
- Sommige organisaties werken specifiek met gezinnen of jongeren.
Wij onderhouden in Europa en elders, zoals de Verenigde Staten of Japan, contacten met organisaties die dakloosheid bestrijden. Zo kunnen wij ervaringen delen en leren van de oplossingen die op andere plaatsen dan Brussel tot stand komen. Die uitwisselingen zijn belangrijk voor het innovatievermogen en de zelfkritiek, en om moed te scheppen in de dagelijkse strijd tegen bestaansonzekerheid.
Wat de dakloosheid in Brussel betreft, is er niemand die een heldere of solide visie heeft, of die over de nodige feiten en cijfers beschikt. Verschillende factoren spelen een rol. Er zijn veel verschillende oorzaken waardoor mensen op straat belanden: ziekte, het mislukken van een relatie, het verlies van een baan of een faillissement. Maar altijd is er het ontbreken van voldoende netwerk. Wie op straat terecht komt is alleen.
En ook andere factoren spelen een rol in de toename van dakloosheid: de economische situatie voor de burgers, lacunes in het net van de sociale zekerheid, feilen in de medische begeleiding van patiënten (bij zowel lichamelijke als geestelijke problemen), migratiebewegingen.
Bij de mensen die de nacht op straat doorbrengen zien wij zowel ouderen als jongeren, mannen en vrouwen. De enquête in 2017 van de Campagne 400Daken (waar wij actief aan meewerken) vermeldde toen 12 % vrouwen die op straat leefden. De straat is nog gevaarlijker voor vrouwen. Zij krijgen dus vaak voorrang voor een noodwoning of opvangplaats, aangezien zij veel kwetsbaarder zijn. Maar vrouwen en mannen zijn het er in gelijke mate over eens dat hun neergang het gevolg is van traumatische ervaringen (36 %).
Bij de telling van 2017 was meer dan een kwart van de deelnemers jonger dan 35 jaar; 7 % was ouder dan zestig. De grootste categorie is die van 46 tot 59 jaar (34 %).
Dat is uiteindelijk je eigen keuze: geld, wat te eten of te drinken, of iets anders materieels. Belangrijk is dat je je zelf goed voelt bij je keuze.
Als je iemand wat te eten wil aanbieden, is het verstandig hem of haar eerst te vragen wat zij of hij wil eten of drinken. Zo vermijd je pijnlijke situaties. Twee voorbeelden. Een appel wordt misschien weggegooid omdat de persoon die hem krijgt geen goed gebit (meer) heeft. En een moslim moet je geen brood met ham aanbieden. Maar je hebt ook altijd het recht om zelf aan te geven dat je bepaalde zaken, zoals alcohol, niet wil aanbieden.
Geld geven aan iemand betekent de vrijheid en de verantwoordelijkheid bieden om zelf een keuze te maken over wat je ermee doet.
Heel wat van onze patiënten zijn mensen met psychische tot psychiatrische gezondheidsproblemen. We volgen hen op in samenwerking met andere, meer gespecialiseerde organisaties of diensten. Waneer deze mensen niet (meer) in staat zijn zelfstandig te wonen, gaan we voor hen op zoek naar een plaats in een psychiatrische instelling of verzorgingstehuis.
In onze doelgroep zitten ook mensen zonder geldige documenten. Ofwel omdat ze die nooit gehad hebben, ofwel omdat ze in de loop van hun jaren op straat, hun administratie verwaarloosd hebben en hun papieren vervallen of kwijt geraakt zijn.
De weg om geldige documenten te verkrijgen is lang en dikwijls ingewikkeld. Onze sociaal-assistenten begeleiden de patiënten in hun stappen om hun papieren terug in orde te krijgen.
Toch zijn mensen zonder papieren zijn niet onze specifieke doelgroep. Onze doelgroep zijn de meest kwetsbare personen – maar het is wel zo dat je tussen die zeer kwetsbare personen steeds meer mensen zonder documenten ontmoet.
Onze vorming ‘Hygiëne en bestaansonzekerheid’ is gericht op beroepskrachten die geregeld mensen ontmoeten die zich verwaarlozen en die graag gemakkelijker met hen daarover willen kunnen praten. Die interactieve vormingen helpen om het thema hygiëne zonder taboes aan te snijden. Ze zijn bestemd voor medisch-sociaal personeel, mensen in de preventie- en de veiligheidssector, …
Op dit ogenblik (2023) telt de organisatie meer dan vijftig betaalde medewerkers, waaronder uiteraard een arts en verpleegkundigen. Verder zijn er ook nog maatschappelijk assistenten, opvoeders, experten in huisvesting en logistiek, mensen die verantwoordelijk zijn voor de lobbying, communicatie en fondsenwerving. En we hebben natuurlijk een aantal medewerkers die ervoor zorgen dat het financieel beheer en de administratie vlot en professioneel verlopen.
FAQ straatwerk
We beslissen, met behulp van onze tools, of een persoon "past" binnen onze doelgroep. Als je een kwetsbaar persoon wilt melden, kan je contact met ons opnemen. Afhankelijk van de urgentie van de situatie verwijzen we je door naar andere verenigingen en/of gaat een team ter plaatse om de situatie zelf te evalueren. We kunnen echter niet garanderen dat we in korte tijd zullen gaan, gezien onze beperkte capaciteit.
We hebben de capaciteit om op straat zo’n 30 personen gelijktijdig intensief op te volgen. Op jaarbasis gaat het om een vijftigtal verschillende mensen die we in onze ‘opvolging’ begeleiden.
Daarnaast hebben we een zestigtal patiënten die we aan huis opvolgen.
In onze “voor-opvolging” hebben we ook nog contact met een honderdvijftigtal mensen. Zij vormen bij wijze van spreken de ‘wachtkamer’ naar onze intensieve begeleiding.
De gemiddelde tijd die nodig is om iemand uit de straat te halen, van het eerste contact tot de daadwerkelijke herhuisvesting, is ongeveer anderhalf jaar. Maar met sommige patiënten werken we al jaren, terwijl we met andere patiënten al na een paar maanden een nieuw onderkomen weten te vinden.
Dat varieert van patiënt tot patiënt en afhankelijk van hun behoeften en de mate waarin zij bereid zijn ons te vertrouwen. Er worden elke week veel patiënten gezien.
In eerste instantie is het meestal nodig om hun identiteitspapieren op orde te brengen.
Dan kijken we of er mogelijkheden zijn voor inkomsten uit het OCMW, de mutualiteit, het pensioenfonds, de werkloosheidsdienst of iets anders. Daarvoor zijn een reeks afspraken en administratieve procedure met de bevoegde diensten nodig.
Tot slot moeten we zorgen voor de huurgarantie zodra een persoon gehuisvest is: ofwel de persoon zelf ofwel het OCMW zal dit bedrag voorschieten.
Tijdens de eerste golf begrepen veel dakloze mensen niet waarom er ineens niemand meer op straat was. Ze moesten zich aanpassen. Velen hebben geleden omdat er niemand was aan wie ze wat geld konden vragen, de snackbars waar ze naartoe gingen om gratis drankjes en/of eten te vragen, waren gesloten. Als gevolg daarvan hadden velen dorst en honger.
In afwachting van de (her)organisatie van andere diensten die hun werking moesten aanpassen, hebben we moeten inspringen door voedsel en zelfs water te verdelen, maar ook beschermingsmiddelen. Ook deden we aan sensibilisering en preventie. We hebben ook deelgenomen aan de zorg voor mensen die in hotels verblijven door twee keer per week een medisch bezoek te brengen.
FAQ Ons werk aan huis
In een overleg bepalen we welke patiënten naar welke huisvesting gaan. Onze beslissing is gebaseerd op hun mate van kwetsbaarheid, maar ook op de kenmerken van de beschikbare woningen: de wijk waar ze zich bevinden, de logistiek gerelateerd aan de woningen (verdieping, lift, ...).
Zodra we mensen in veiligheid kunnen brengen, doen we dat. Ofwel in noodopvang of opvang op middellange termijn (opvangcentra). De zoektocht naar een duurzamere oplossing gebeurt dan tijdens het verblijf in noodopvang.
Deze tijdelijke vormen van huisvesting zijn niet altijd erg toegankelijk voor onze patiënten, hetzij omdat de toegangsvoorwaarden te restrictief zijn (bepaalde uren, onthouding, weinig tijd om te beslissen er gebruik van te maken ...) of omdat de leefomstandigheden te hard zijn (geweld, diefstal, parasieten, ...) en dat onze patiënten weigeren er naartoe te gaan.
Ja, we blijven de persoon opvolgen en begeleiden. Toen die nog op straat leefde, waren er altijd mensen in de buurt. Hoewel de situatie op straat psychologisch ook erg moeilijk is, kan het in eerste instantie erg ontregelend zijn als je plotseling alleen bent in je huis.
Ook wanneer de persoon gestabiliseerd en zelfstandig is, blijven we hem/haar bezoeken.
De follow-up eindigt zo’n 10 jaar na stabilisatie in een woonst. Gedurende heel die periode kan de follow-up beperkt zijn tot het louter onderhouden van contact, om ervoor te zorgen dat alles in orde is en om informatie over de gezondheidstoestand van de patiënt bij te houden.
Het idee is om bij te houden welke impact jaren op straat hebben op de overleving en gezondheid op de lange termijn (10 jaar). Het andere nut van deze lange termijnopvolging is om te voorkomen dat mensen terugkeren naar de straat, door te kunnen ingrijpen als de situatie verslechtert, voordat de huisvesting verloren gaat. Het is ook een garantie voor onze netwerkpartners, aan wie we de opvolging van onze patiënten toevertrouwen: ze weten dat ze ons kunnen bellen in geval van problemen, zelfs jaren later.
In Brussel is het gebrek aan huisvesting aanzienlijk. Onze organisatie heeft een toegewijd team zogenaamde "huizenjagers" die huisvesting zoeken voor onze patiënten. We vinden individuele huisvesting (die we meestal beheren via Sociale Verhuur Kantoren) of collectieve voorzieningen (opvang, rusthuizen).
Ook zoeken we geheel vernieuwende oplossingen: in 2018 plaatsten we modulaire woningen die op braakliggend terrein komen te staan (dus goedkoper omdat de grond niet gekocht hoeft te worden). Deze woningen zijn verplaatsbaar en wij hopen de overheid en investeerders te interesseren om andere braakliggende terreinen op te kopen of tijdelijk ter beschikking te stellen zodat deze kunnen worden gebruikt voor een periode van 2 tot meerdere jaren.
Op dit moment zijn onze grootste partners voor herhuisvesting duidelijk de SVK’s (voor bijna alle herhuisvestingen, en zeker alle herhuisvestingen rechtstreekse vanuit de straat), zelfs al liggen hun huren hoger dan bij sociale woningen.
We krijgen gemakkelijker plaatsen via SVK’s, er is meer ondersteuning en tolerantie t.a.v. onze patiënten, en wanneer de persoon zijn woonst verliest, zijn we ze niet kwijt maar kunnen we er onmiddellijk iemand anders plaatsen. Sociale huisvesting is goedkoper, maar kent eindeloze wachttijden (minimaal een paar jaar), er zijn meer procedures en er is minder tolerantie, en huisvesting wordt op individuele basis toegekend: als de persoon wordt uitgezet, gaat de huisvesting verloren voor het project.
Alle verenigingen die inzetten op herhuisvesting, zijn op ‘huizenjacht’ of creëren zelf huisvesting. Of ze hebben zich aangesloten bij een meer collectieve dienst ‘huizenjagers’. Enkele van deze diensten zijn redelijk recent opgericht: Bru4home ; de cel huizenjagers van Het Eilandje (L’Ilôt).
Op dit moment hebben we een reeks oplossingen waarmee we mensen met een
minimuminkomen kunnen verplaatsen. Het relocatieteam werkt enkel met individuen die legaal in België zullen kunnen verblijven (maar dit zal zeker veranderen met de veranderingen op het gebied van herhuisvesting).
Sommige patiënten hebben echt werk gevonden. Anderen doen vrijwilligerswerk om, eenmaal gehuisvest, actief te blijven.
Maar onze patiënten vormen een heel specifieke doelgroep. Ze zijn vaak erg kwetsbaar of zijn het geworden door hun langdurig verblijf op straat. Ze zijn geconfronteerd met ernstige problemen, zowel fysiek als mentaal, waardoor een herintegratie in het reguliere werkcircuit niet altijd gemakkelijk is. Waar mogelijk werken we samen met meer gespecialiseerde organisaties om trajectbegeleiding of gerichte revalidatietherapie te kunnen aanbieden.
Clichés over dakloze mensen
Na enkele jaren op straat te hebben geleefd, geloven veel daklozen dat hun situatie nooit zal veranderen. Vaak teleurgesteld en in de steek gelaten door het systeem en sommige ondersteunende diensten, kunnen zij zich vernederd voelen en zich in zichzelf keren. Het weigeren van hulp wordt een verdedigingsmechanisme, om zich beter te beschermen tegen een nieuwe nederlaag die psychologisch gezien onoverkomelijk zou zijn.
Verschillende factoren beïnvloeden hun wilskracht en helderheid van geest: vermoeidheid (gemiddeld 4 uur slaap per nacht), slechte lichamelijke gezondheid, depressie, slechte voeding, en niet te vergeten alcohol of drugs, die hen in staat stellen de dagelijkse moeilijkheden te vergeten.
Om een nieuwe mislukking te voorkomen, trekken mensen zich bij voorkeur terug van zichzelf en van anderen. Dit wordt "bevriezing van het zelf" genoemd, d.w.z. in bepaalde situaties van uitsluiting is de persoon, om te overleven, in staat een deel van zichzelf op te geven. Dit syndroom onderscheidt zich door verschillende tekenen: verdoving van het lichaam, verzwakte emoties, geremd denken, weigering van hulp en opgeven van relaties.
Daarom is het belangrijk om geleidelijk hun vertrouwen te winnen, door hen regelmatig te ontmoeten, in hun tempo, zonder hen te dwingen. Elke kleine stap (een douche, een behandeling, een bezoek aan de dokter) zal er geleidelijk toe leiden dat zij ervan overtuigd raken dat het mogelijk is om van de straat af te komen! Dit proces kan enkele weken tot ongeveer twee jaar duren.
Dankzij een aangepaste en volgehouden begeleiding, met als einddoel hen van de straat te halen, hebben patiënten die 15 tot 20 jaar op straat hadden geleefd uiteindelijk een woning gewild en hun wens verwezenlijkt.
Niemand kiest voor deze optie. Hoewel elke dakloze zijn eigen levensverhaal heeft, een verschillend en uniek traject, is het volgens het veldwerk mogelijk om verschillende oorzaken aan te wijzen die kunnen leiden tot de komst op straat: ziekte (lichamelijk of geestelijk), verlies van werk, trage administratieve beslissing, gezinsgeweld, klimaatramp, verslaving, verlies van een naast familielid, afwezigheid van een netwerk (vrienden, familie), enz.
Leven op straat is extreem moeilijk. Daklozen worden regelmatig aangevallen, en hun lichamelijke en geestelijke gezondheid gaat zeer snel achteruit. De gemiddelde levensduur van daklozen is 47 jaar, vergeleken met een levensverwachting van meer dan 80 jaar voor de algemene bevolking.
Het gebrek aan privacy is ook zeer problematisch en veel mensen voelen veel schaamte over hun situatie. Niemand wil in zulke omstandigheden leven.
Soms hoor je mensen een marginale identiteit claimen. We kunnen hier spreken van een identiteitsparadox: een behoefte om zich de straat toe te eigenen voor een meer bevredigende erkenning tegenover uitsluiting, en dit voor een sociale plaats. Maar zoals onze collega het zo treffend uitdrukte: "wees voorzichtig, als de man dakloos is, is hij bovenal een persoon die de moeite van het interesseren en beschouwen waard is".
Tijdens onze verschillende begeleidingen proberen wij voortdurend de talenten van onze patiënten te benadrukken, zodat zij zich herinneren dat zij over veel middelen beschikken. Wij herinneren hen eraan dat dakloosheid een tijdelijke situatie is en geen identiteit. De wil om een woonplaats te vinden wordt bij elke ontmoeting en bij elke stap opnieuw geboren, en als de persoon eenmaal een woonplaats heeft, wil hij of zij die meestal niet meer verlaten.
Terug in een huis wonen na vele jaren op straat, is een grote verandering. Het is zelfs beangstigend: je moet nieuwe gewoonten aanleren en een nieuw kader vinden.
Iemand die dit meemaakt zal in het begin misschien eerder op de grond slapen dan in een bed, uit gewoonte. Een overgangs- en aanpassingsperiode is heel normaal, en daarom staan wij onze patiënten heel nauw bij in die cruciale momenten van herintegratie. Uiteindelijk zullen al deze mensen het comfort en vooral de veiligheid die een woning biedt, appreciëren en koesteren.
In het begin vooral verlangen ze dikwijls naar een woning voor hen alleen (eindelijk alleen !) maar sommige mensen die opnieuw een woning krijgen vragen uiteindelijk toch om een collectieve woonvorm (medehuur, rusthuis, enz) omdat de eenzaamheid moeilijk te dragen is.
Het alleen wonen is echter vaak een noodzakelijke stap, omdat ze het aanvankelijk moeilijk vinden een of andere vorm van samenwonen te overwegen.
Hoewel alcohol, drugs en andere verslavingen vaak voorkomen bij dakloze mensen, mag men niet veralgemenen.
Indien de persoon roesmiddelen gebruikt, is het vaak moeilijk de oorzaken van dit gebruik te duiden. Er komen meerdere factoren bij kijken : de kou verdrijven, zijn problemen vergeten, groepsdruk, verslaving, verveling, … Door hun situatie terug zelf in handen te nemen en een paar doelen te verwezenlijken (bv. een woonst vinden), kan het gebruik in positieve zin evolueren, verminderen of zelfs stoppen.
Op straat leven is geen goede omstandigheid om te stoppen met gebruiken. Daarom ziet men in vele landen het programma « Housing First » (eerst onderdak) opduiken, waar ook Straatverplegers aan meedoet. In deze context eist men niet dat mensen afkicken voor ze een woning krijgen.
Bedelen is voor dakloze mensen een overlevingsstrategie. Door te bedelen beschikken ze over een beetje geld waarmee ze iets kunnen kopen dat op dat moment belangrijk voor hen is.
Daarmee kunnen ze net zo goed een douche nemen of een maaltijd in een sociaal restaurant bestellen. Dat kan van dag tot dag verschillen. En ze kunnen er ook alcohol en tabak mee kopen, of een ander product dat op dat moment voor hen van belang is - om hun leven vol te houden of hun stress de baas te blijven.
Sommigen bedelen ook uit een behoefte aan sociaal contact, want het leven op straat is vaak vol eenzaamheid. Voor anderen is het een echte baan met te respecteren werkuren. Maar voor dakloze mensen is de bedelarij vaak een beproeving waarvoor ze zich schamen, maar waar ze niet zonder kunnen.
Als je moeite hebt geld te geven, kan je altijd vragen waarmee je de mensen een plezier kan doen en dat dan zelf voor hen kopen. Geen probleem om dan te zeggen dat je liever iets anders geeft dan, bijvoorbeeld, alcohol of sigaretten.
Dakloze mensen vormen een heel heterogene groep. Hun persoonlijkheden en karakters verschillen onderling sterk, net als in de hele bevolking.
Sommigen zijn schuchter, in zichzelf gekeerd, beleefd, vriendelijk, grappig, discreet, terwijl anderen zich soms buitensporig gedragen, onsamenhangend, wat vreemd overkomt en zelfs bedreigend. De oorzaak ligt voornamelijk in de toestand waarin ze leven, in hun fysieke of mentale gezondheidstoestand en in hun leven op straat. Dat laatste is bijzonder zwaar en vol gevaren. 50% van dakloze mensen zeggen dat ze al eens zijn aangevallen en niet alleen door andere daklozen. Patiënten vertellen ons dat avonden waarop wedstrijden of festiviteiten plaatsvinden, het riskantst zijn.
Ze slapen ook heel kort, gemiddeld 4 uur per nacht, met tussenpozen van 10 minuten. Ze moeten constant op hun hoede zijn om niet bestolen te worden. Bovendien voeden alcohol en mentale gezondheidsproblemen hun wantrouwen (of zelf paranoïa) ten opzichte van voorbijgangers en zelfs veldwerkers.
Om al die redenen kunnen sommige dakloze personen agressief overkomen, zelfs als ze in de meeste gevallen volkomen ongevaarlijk zijn.
Bij sommige ontmoetingen lopen we tegen afwijzingen of woedeuitbarstingen aan omdat we niet op het juiste moment zijn gekomen. We accepteren dat die mensen hun gevoelens uiten en stellen dan voor later terug te komen.
In ons werk kunnen we de nodige tijd aan de mensen besteden en flexibel handelen. Zo kunnen we ons aan hen aanpassen, hun ritme respecteren en goed luisteren naar wat ze nodig hebben.
Op straat leven is fataal in ieder seizoen.
Indien er in de winter noodopvang wordt georganiseerd, is dat seizoen niet noodzakelijk het gevaarlijkste. In het voorjaar evenwel sluiten de meeste centra voor noodopvang hun deuren en dan staan honderden mensen weer op straat, met alle gevolgen vandien (verwarring, isolement, enz.)
Bovendien lijden de meeste dakloze mensen het hele jaar door aan chronische fysieke of mentale problemen, wat ze in ieder seizoen heel kwetsbaar maakt.
Bij zomerse hittegolven lopen deze mensen het risico van uitdroging of hartproblemen, wat gevaarlijk is als ze niet op tijd worden verzorgd.
Net als in andere seizoenen, staan we klaar om te helpen met een oog op de specifieke gevaren.
’s Winters is het grootste gevaar de koude met onderkoeling als het meest voorkomende risico. Bevriezing met eventueel amputatie als gevolg, is een ander, minder frequent risico.
Om zulke ongelukken te voorkomen hebben we twee preventiemiddelen ontwikkeld: de affiche “Kou” en de informatiefiche “Onderkoeling” (die op onze site kunnen worden gedownload).
Dit zijn de drie adviezen die we het pubiek voor dergelijke gevallen willen geven:
- Geef dakloze mensen geen thee of koffie, want deze dranken stimuleren, net als alcohol, warmteverlies en hebben een diuretische werking. Geef liever een andere warme drank: bijvoorbeeld soep of chocolade.
- De symptomen van lichte onderkoeling zijn makkelijk herkenbaar (bibberen, verwarring, ongecoördineerde loopbewegingen), maar die van zware onderkoeling worden vaak onderkend: verward handelen, weigeren van hulp, abnormaal gedrag, geen bibberen, stijve spieren, bewusteloosheid,…
- Als je denkt met een geval van zware onderkoeling te maken te hebben, kan je het beste een ambulance bellen (100). De getroffen persoon moet geleidelijk in een medisch centrum opgewarmd worden, beetje bij beetje. Te snelle opwarming kan gevaarlijk zijn.
Bij Straatverplegers doen we er alles aan om onze dakloze patiënten met een medisch centrum of een huisarts in verbinding te stellen opdat hun gezondheid op de beste plaats en langdurig wordt verzorgd. Zelfs als we mensen op straat verzorgen, doen we dat in de eerste plaats om een vertrouwensband te scheppen. Waar het ons om gaat is dat de persoon weer een actief burger wordt en op termijn een woning betrekt – want dat is de enige manier om fysieke en mentale gezondheid te verbeteren.