Na enkele jaren op straat te hebben geleefd, geloven veel daklozen dat hun situatie nooit zal veranderen. Vaak teleurgesteld en in de steek gelaten door het systeem en sommige ondersteunende diensten, kunnen zij zich vernederd voelen en zich in zichzelf keren. Het weigeren van hulp wordt een verdedigingsmechanisme, om zich beter te beschermen tegen een nieuwe nederlaag die psychologisch gezien onoverkomelijk zou zijn. 

Verschillende factoren beïnvloeden hun wilskracht en helderheid van geest: vermoeidheid (gemiddeld 4 uur slaap per nacht), slechte lichamelijke gezondheid, depressie, slechte voeding, en niet te vergeten alcohol of drugs, die hen in staat stellen de dagelijkse moeilijkheden te vergeten.

Om een nieuwe mislukking te voorkomen, trekken mensen zich bij voorkeur terug van zichzelf en van anderen. Dit wordt "bevriezing van het zelf" genoemd, d.w.z. in bepaalde situaties van uitsluiting is de persoon, om te overleven, in staat een deel van zichzelf op te geven. Dit syndroom onderscheidt zich door verschillende tekenen: verdoving van het lichaam, verzwakte emoties, geremd denken, weigering van hulp en opgeven van relaties. 

Daarom is het belangrijk om geleidelijk hun vertrouwen te winnen, door hen regelmatig te ontmoeten, in hun tempo, zonder hen te dwingen. Elke kleine stap (een douche, een behandeling, een bezoek aan de dokter) zal er geleidelijk toe leiden dat zij ervan overtuigd raken dat het mogelijk is om van de straat af te komen! Dit proces kan enkele weken tot ongeveer twee jaar duren.

Dankzij een aangepaste en volgehouden begeleiding, met als einddoel hen van de straat te halen, hebben patiënten die 15 tot 20 jaar op straat hadden geleefd uiteindelijk een woning gewild en hun wens verwezenlijkt.