Soms kan alles plotseling kantelen — ten goede.

Vandaag gaan we op straatronde. Het doel: Mevrouw T.*, een patiënte die al een paar dagen uit het ziekenhuis verdwenen is, terugvinden. De ongerustheid neemt toe, dus doorkruisen we Brussel, wijk per wijk. We besluiten langs La Fontaine (hygiënecentrum) te gaan — misschien heeft iemand haar daar gezien?

Onderweg komen we Meneer G. tegen, een andere patiënt die we op straat opvolgen, maar zelden kunnen spreken. Hij verplaatst zich veel en vaak passeren we hem zonder het te merken. Vandaag is hij er. En hij is er slecht aan toe. Heel slecht. Hij zegt dat het nog nooit zo erg is geweest op straat, dat alles te zwaar wordt, dat hij niet meer weet waar te beginnen. Hij is totaal ontmoedigd. We kijken elkaar aan. Het dilemma is echt: doorgaan met zoeken naar Mevrouw T., of tijd nemen voor Meneer G.?

We kiezen ervoor om bij hem te blijven. Want op dit moment heeft hij hulp nodig. En misschien is dit het enige venster dat zich opent, voor een hele tijd. Hij vertelt wat hem bezighoudt: zijn dossier bij het OCMW, zijn gezondheid, noodopvang, de box waar zijn spullen nog liggen... Een berg in zijn ogen. We proberen hem te helpen een prioriteit te stellen: voor hem is het duidelijk, zijn OCMW-situatie moet dringend opgelost worden.

Het is maandag, 15u. We weten dat het krap wordt, maar we proberen het. Op naar het OCMW-hoofdkantoor. Meneer is gespannen, boos op alles — nooit op ons, maar de uitbarstingen zijn frequent en onvoorspelbaar. We gaan ermee om.

Eerste meevaller: het OCMW is nog open. We worden doorverwezen naar zijn oude antenne. Het is 15u30. We bellen. Ze zeggen dat het open is tot 16u30, zolang we op tijd zijn. We zetten onze tocht voort. Voor Meneer is het een zware reis: zijn voet doet veel pijn, hij heeft nog niets gegeten vandaag. We stoppen voor een snack.

Start uw project

16u10. We komen aan, na een hindernissenparcours. Meneer breekt. Te veel vermoeidheid, te veel hoop, te veel wachten. Hij twijfelt, wordt boos, zegt dat hij niet meer wil gaan, verandert dan weer van gedachte. Opnieuw. En opnieuw.

Aan het onthaal wordt ons gezegd dat het te laat is. Een afspraak wordt voorgesteld voor donderdag, 14u. Maar we weten hoe onzeker die afspraken zijn voor iemand die vaak de dagen niet uit elkaar kan houden.

En dan, tweede meevaller: zijn voormalige maatschappelijk werker loopt toevallig langs. Hij herkent Meneer, begrijpt de situatie... en beslist hem meteen te ontvangen.

In 30 minuten wordt alles heropgestart: zijn dossier wordt geopend, zijn box wordt geregeld, zijn spullen worden niet weggegooid. En vooral: Meneer haalt opgelucht adem. Hij recht zijn rug. Er is opnieuw een mogelijk pad.

Deze namiddag hing aan een zijden draadje.
Maar die draad hield stand, omdat verschillende mensen erin geloofden.

Dank aan iedereen die bereid is uren te verschuiven, regels te buigen, plaats te maken voor het onverwachte. Want het is vaak daar, in die kleine "buiten het kader"-gebaren, dat er echt iets verandert.

Verhaal van Margaux, sociaal werkster op straat

Jij kunt ook dat kleine gebaar zijn dat alles verandert

--

(*) We stellen alles in het werk om het privéleven van onze patiënten en ons beroepsgeheim te respecteren. Maar we willen toch laten zien hoe ze moeten overleven en hoe we samen aan hun herintegratie werken. Daarom verwijderen of veranderen we opzettelijk namen van plaatsen en personen - en geven we belevenissen een andere context. Tussen de foto’s en de verhalen bestaat geen enkele directe band.