Met een getrimde snor, de haren naar achteren gekamd en een grote glimlach op de lippen begroet hij me. Ik hef mijn hoofd op en ik kijk hem in de ogen. Zijn grote groene ogen doen me meteen denken aan onze laatste ontmoeting.

Dat is al enkele maanden geleden. Zittend in een café in het centrum van de stad, hebben we het over een mogelijke huisvesting. Hij roerde in zijn warme chocolademelk en vertrouwde ons toe dat wonen in een appartement ingewikkeld kon worden voor hem. Vervolgens legde hij uit hoe hij ’s avonds vaak de nood voelde om te huilen en schreeuwen. Deze bekentenis kon verrassend lijken, de uitleg ervoor, was het een pak minder.

Intérieur module

De rouw. De man had binnen enkele jaren zijn ouders verloren, enkele van zijn broers en zussen en verschillende mensen die dicht bij hem stonden. Hij huilde dus richting hemel. Huilend van woede, huilend van verdriet, huilend van hulpeloosheid.

Ik herinner me dit gesprek nog goed, want de week daarna vernam ik dat hij had geprobeerd zelfmoord te plegen.

Vroeger leefde hij in een tent. Hij stond erop met ons af te spreken in een café op de hoek, want hij vertelde dat het te gevaarlijk was in het bos waar hij zijn schuilplaats had.

Vandaag is het een andere man die voor mij staat. Trots en charismatisch draagt hij een beige vest, azuurblauwe jeans en propere schoenen. Hij schudt me de hand en zegt “Je hebt toch wel vijf minuten, zodat we wat kunnen praten!”. Ik was net uit de bus gestapt, op weg naar huis na een lange werkdag. Het verraste me zo hem te zien, zo enthousiast en parmantig, dat ik niet aarzelde.

We zetten ons aan de bushalte en hij zegt me dat hij de volgende bus gaat nemen om een vriend te zien. Dan vertelt hij me dat het goed met hem gaat. Een van zijn vriendinnen is gisteren langsgekomen om te helpen opruimen en kuisen bij hem thuis. “We hebben flink wat blikjes weggegooid, ik drink namelijk.” Zijn woning noemt hij ‘de caban’. Het is een woonmodule waarin Straatverplegers heeft geïnvesteerd en waar hij enkele maanden geleden is ingetrokken. Deze woonmodule staat op een veilige plek, ver weg van buren.

Dus kan hij zonder problemen ’s avonds huilen en schreeuwen.

De weg is nog lang en hij zal zeker nog moeilijkheden tegenkomen. Toch zijn al veel dingen voor hem veranderd. Hij heeft steeds in de natuur geleefd, maar heeft voortaan een veilig dak boven zijn hoofd en vooral, hij is vrij!

- Elisabeth, straatverpleegster

U maakt het verschil door ons de mogelijkheden te geven om tot actie over te gaan !

(*) We stellen alles in het werk om de privacy van onze patiënten te beschermen en ons beroepsgeheim te respecteren. Toch willen we getuigen hoe onze patiënten moeten overleven en hoe we samen aan hun re-integratie werken. Daarom zijn namen van personen en plaatsen weggelaten of veranderd en reële situaties in een andere context geplaatst. Er is geen rechtstreeks verband tussen de mensen op de foto’s en het hier bovenstaande verhaal.