Meneer R.* wordt al meer dan 1 jaar door Straatverplegers gevolgd. Zijn behandelende arts vertelt ons dat hij zich zorgen om hem maakt, omdat hij al 4 jaar geleden zijn woning heeft verloren en tussen de straat en zijn moeder heen en weer pendelt.

Aanvankelijk was het erg moeilijk om een band met hem te creëren. Meneer R. was vaak boos en sprak alleen over de beheerder van zijn eigendom en zijn geld. Het was moeilijk voor ons om prettige contacten met hem te hebben.

Maar eigenlijk is meneer R. een erg innemende patiënt. Hij lijdt vaak onder huiselijk geweld vanwege zijn psychische stoornis, waardoor hij dwangmatig steeds weer hetzelfde moet zeggen.

Op een dag, als ik hem ontmoet met een studentverpleegkundige, is meneer R. bijzonder goed in vorm. Hij stemt ermee in om samen dingen te doen: hij volgt ons naar het OCMW voor een afspraak en een ontmoeting met zijn vermogensbeheerder.

Tijdens de afspraak bij het OCMW moet ik mijn identiteitskaart laten zien. Hij merkt onmiddellijk dat die roze is terwijl de zijne groen is. Hij ondervraagt me en wil weten "waarom?". Ik leg hem uit dat ik Française ben en daarom een roze verblijfsvergunning heb.

M. is zeer verrast dat ik Française ben en hij stelt me veel vragen: waar ik woonde, waar ik ben geboren, hoe lang ik al in Brussel ben... Als ik hem uitleg dat ik uit Parijs kom, plaagt en drijft hij een beetje de spot met me. Die dag lachen we heel wat af.

Tijdens de weken die volgen zie ik meneer R. verschillende keren en elke keer herinnert hij zich mijn naam: Cloé la parisienne. In het verloop van de ontmoetingen, heeft hij steeds meer moeite om met andere collega's te praten en wil hij alleen met mij praten. Dus we beginnen te denken dat het slimmer zou zijn als ik hem wat minder zag.

Vandaag lijkt het mij dat we erin geslaagd zijn een evenwicht te vinden, inclusief onze bevoorrechte relatie, maar die een hefboom blijft en geen obstakel.

Ik denk echt dat dit verhaal me heeft doen beseffen dat we van onze patiënten verwachten dat ze ons veel over hun geschiedenis vertellen terwijl ze van ons niets weten. Soms is het voldoende om een beetje over jezelf te praten zodat iemand zich op zijn gemak voelt en ook over zichzelf kan praten. Dat is wat er met meneer R. gebeurde.

 

Cloé, verpleegster op straat

Maak het verschil

--

(*) We stellen alles in het werk om het privéleven van onze patiënten en ons beroepsgeheim te respecteren. Maar we willen toch laten zien hoe ze moeten overleven en hoe we samen aan hun herintegratie werken. Daarom verwijderen of veranderen we opzettelijk namen van plaatsen en personen - en geven we belevenissen een andere context. Tussen de foto’s en de verhalen bestaat geen enkele directe band.